Vandaag nemen we een dagje rust. We gaan eerst even kanoën op het meer. Je kunt hier via internet een kano reserveren. je krijgt dan vlak voor je gereserveerde tijd een berichtje met de code van het cijferslot. Daarmee kun je de kano uit het rek pakken. In een schuurtje liggen de paddels en zwemvesten. In Nederland zou dat principe waarschijnlijk binnen een dag om zeep zijn geholpen omdat alles gejat zou worden. Hier niet. Anyway, we rijden de met de camper naar het meertje toe (een paar honder meter), zodat terwijl Jara en ik kanoën, Maaike en Gwen rustig aan de waterkant kunnen “verpozen” met alles bij de hand.
We gaan in 2 etappes het meer een keer rond, en steken daarna de daar aanwezige bbq aan voor de lunch met de traditionele Zweedse worstjes. Hierna willen we eigenlijk naar een zwemstrandje een stukje verderop, maar daar is het zo druk dat dat hem niet wordt. De camper kunnen we daar echt niet kwijt.
We besluiten naar het strand te rijden en dan ook daar ergens te overnachten. We denken aan Sandhamaren, maar daar mag je ‘s zomers niet overnachten. We rijden langs Kåseberga en zien een hele grote camperplek op een grasveld. Binnen 100 meter rijden besluiten we er te gaan staan. Niet mooi, maar wel heel functioneel. We loepen naar zee om te gaan zwemmen, maar wel een klein haventje, maar geen strand… en het stinkt naar vis en zeewier. We halen een lekker ijsje en lopen weer terug. Zwemmen wordt hem vandaag dus niet meer. We genieten van het lekkere weer met een drankje en een nootje.
Tegen zonsondergang lopen we naar Ales Stenar. Een serie monolieten (stenen) in de vorm van een schip bovenop een heuvel aan zee. Het is er uiteraard druk, maar we gaan even lekker zitten tot de zon de zee in zakt. We maken mooie foto’s en zien zelfs kans om een foto van Ales Stenar te maken zonder mensen. We moeten wel 5 minuten wachten tot iemand klaar is met haar “oh, kijk mij eens mooi zijn met mij getuite lipjes selfie”.