Naar het Lake District


Ergens aan het einde van de nacht trekt er weer een buitje over, maar in de ochtend is het weer droog. Het is behoorlijk bewolkt en de heuveltoppen verdwijnen erin, maar het is helemaal niet koud.

We ontbijten gewoon buiten in korte broek. Na het ontbijt pakken we de spullen in, legen het toilet wat nogal vol zat en nemen water in. Grijs water lozen gaat niet, daar zijn geen voorzieningen voor en dat zullen we onderweg ergens moeten doen.

We rijden de camping af op weg naar Hawes, een kilometer of 20 verderop. Al na 500 meter wordt het weggetje nog wat smaller als we inmiddels al gewend zijn en dus wordt het echt smal. Wel heel mooi en er is weinig verkeer. Daar komt bij dat zo’n witte blokkendoos lekker opvalt dus men gaat meestal al aan de kant voor ons. Het regent af en toe een beetje. We komen een paar serieuze hellingen van 17 tot 20% tegen, waarvan de meest helling af zijn. Dat betekend scherp opletten, want het laatste wat je wilt zijn oververhitte remmen met 3,5 ton auto. Maar dat lukt prima. Ook moeten we een paar keer naar boven wat meestal betekend; de eerste versnelling. Een hoop herrie en heel langzaam, maar het lukt. Die test hebben we ook weer gehad.

De omgeving is schitterend. We rijden kangs het riviertje de Wharf door het (hoe moeilijk kan het zijn?), Wharfdale. Vlak voor Hawes moeten we in een dorpje rechts aanhouden, maar je kunt ook gewoon door de rivier rechtdoor…. Dat doen we dus maar niet met de camper.

We gaan door richting het westen. De wegen zijn iets breder, maar nog steeds smal, bochtig en mooi. Over een afstand van ongeveer 100 km zullen we uiteindelijk 4 uur doen, inclusief koffie, boodschappen, lunch en een belletje naar Frankrijk.

 

 

 

  1. Onderweg worden we via bordjes gewaarschuwd voor “red squirrels” en we delen de weg regelmatig met kuddes schapen.

Als we op enig moment langs een stukje snelweg een benzinepomp zien, stoppen we even om het grijs water te lozen. De put van de open wasbox lijkt ons daar prima voor geschikt.

Even later zie ik in de spiegel dat de kunsstof sierplaat aan de zijkant van de camper aan de voorkant loslaat en wappert in de wind. Gelukkig is er vrij snel een parkeerplaats eaar ik met duct-tape de boel vastzet.

Aangekomen in het Lake District vinden we de camping, al lijkt ie veel groter dan eerder gedacht. Veeeeel duurder ook. Maar omdat we het eigenlijk we zat zijn doen we het toch maar. We plannen en betalen voor 2 nachten.

We proberen onze camping oven. Buiten op de grote brander gaat volgens de temperatuurmeter niet goed genoeg, hij komt niet hoger als 130 graden. Binnen op 3 gaspitten tegelijk gaat het te hard, de broodjes beginnen verdacht zwart te worden…. We kunnen ze nog net redden. Volgende keer dus binnen op 1 pit, dat moet lukken.

Bij de barbecue vraagt Gwen of we morgen niet gewoon kunnen vertrekken, al die gillende kinderen…  we zijn het eigenlijk wel met haar eens en hé, we hebben een camper… Het is ons hier eigenlijk veel te toeristisch en druk. Morgenochtend maar even wat ponden terughalen en wegwezen. We hebben al een leuk plekje op het oog.