Het is helaas alweer tijd dat we Skye gaan verlaten. Maar dat doen we wel op een leuke manier. We gaan met de enig overgebleven turntable ferry van Kylerhea naar Glenelg.
We rijden iets na negenen van de camping af. Een paar kilometer verder vinden we de afslag naar Kylerhea. De weg is een ongeveer 8 mijl lange en smalle single track road die ook nog eens een bergje overgaat. De camper moet dus aan de bak en berg op én af gaat deels in de eerste versnelling. De track eindigt letterlijk bij de kade. Of beter gezegd de betonnen afrit het water in.
We zijn een 20 minuten te vroeg, de boot ligt nog voor anker midden op het water en gaat als eerste laden aan de andere kant. Maar dat geeft niets, want op een meter of 10 afstand zwemt een zeehond die ons nieuwsgierig aankijkt. Het blijken er zeker zes te zijn die dan weer dichterbij en dan weer verderaf zwemmen en ruzie maken met de meeuwen.
De boot legt na een half uurtje aan, lost de 2 auto’s en mogen wij erop. Het is eigenlijk een platte schuit met achterop een stuurhuis. Op de schuit zit een draaiplateau voor 4 auto’s dat schuin wordt gedraaid voor het laden en lossen en daarna 180 graden word doorgedraaid en vastgezet. De boot vaar naar de andere kant door de sterke stroming en daar wordt het plateau weer schuin gezet en rij je er vanaf. Simpel en effectief.
Aan de andere kant volgt er weer een km of 10 single track road. Op enig moment treffen we het eerste schaap dat niet direct aan de kant springt als ww eraan komen. Deze mevrouw blijft al mekkerend voor de camper uit lopen en rennen. Dat houdt ze een paar honderd meter vol tot onze hilariteit. En dan gaat ze eindelijk de berm in.
We komen nog een fantastisch mooi uitzicht tegen waar we even voor stoppen. Later zullen we nog meer best mooie uitzichtpunten tegenkomen waar hele volksstammen staan te genieten , maar niet zo mooi als deze die we voor onszelf hadden. We komen weer op een wat normalere weg uit en rijden richting Glengarry en Spean Bridge om de weg naar Dalwhinnie te kunnen nemen.
In de buurt van Glengarry lunchen we op een mooie picknickplek aan het Caledonian Canal. Als we wegrijden staan we vrijwel meteen in de file voor de open brug. De pleziervaart wilde erdoor.
In Dalwhinnie waar verder geheel niets is, nog geen boom, staat de Dalwhinnie distillery. Daar maken ze mijn favoriete whisky en laat die nou thuis op zijn.
Een tour doen heeft helaas niet zoveel zin omdat daar ook een tasting bij zit. De dames huiveren bij de gedachte aan whisky en ik moet nog rijden. Dus we houden het bij de shop.
Ik had mezelf beloofd niet de gewone 15 jaar oude single malt mee te nemen maar iets wat je niet in de Nederlandse slijterij vind. Ze hadden een hele mooie bijzondere whisky staan speciaal gemaakt in een beperkte oplage van 7500 flessen ter ere van de enige vrouw in de daadwerkelijke whisky productie in heel Schotland, Jenny. Helaas vonden we allebei £95,- een beetje teveel van het goede.
Dus maar gekozen voor een Dalwhinnie Winters Gold. Die zou nog wat zachter moeten zijn als de 15 years. Met 2 mooie glazen erbij ben ik ook daar heel blij mee.
Na de distillery rijden we door naar Aviemore, een wintersport dorpje. Het dorpje zelf hebben we nog niet gezien, omdat we vóór het dorp al naar de camping gestuurd worden, maar het is het zomers dus ook druk. Op de camping aangekomen blijkt onze planning geheel verkeerd. Het is Bank Holiday in Schotland. Dat verklaart veel en helaas ook de prijs. Omdat het al half 4 is en we geen zin hebben om te gaan kopen zieken nemen we ons verlies. De eerste nacht kost ons (zonder elektra!) £51,20! Totaal voor 2 nachten ruim 90 Pond. Met afstand onze duurste camping ooit.
De camping ligt wel aan een meer met zandstrand en het wordt naar verwachting nog heel behoorlijk weer ook.
We slingeren de barbecue nog eens aan en trekken een drankje open.
Morgen weer een dag.