5 febr. 1998                        Deuxnouds-Auberives s.V.                                                481 km

6 febr. 1998                        Auberives-Narbonne                                                            382 km

7 febr. 1998                        Narbonne-Fraga                                                            419 km

8 febr. 1998                        Fraga-Simancas                                                            503 km

9 febr. 1998                        Simancas-Salamanca                                                            105 km

10 febr.1998                        Salamance-Benedita                                                            457 km

11 febr.1998                        Benedita-Lissabon                                                            129 km

12 febr.1998                        Lissabon-Belo Romão                                                332 km

8 maart 1998                        Belo Romão-Cordoba                                                413 km

12 maart 1998            Cordoba-Los Villares                                                              9 km

14 maart 1998            Villares-Cerros de los Angeles                                    394 km

15 maart 1998            Cerros de los Angeles-Urrugne                                    526 km

16 maart 1998            Urrugne-Bellac                                                            431 km

17 maart 1998            Bellac-Deuxnouds                                                            565 km

_______

Met de caravan gereden                                     5.146 km

Alleen met de auto                                                 1.504 km

________

Totaal                                                                         6.650 km

=========

 

Donderdag 5 februari 1998

’t Is 21.20 uur. Buiten is het iets onder nul, binnen is het 22°. We zijn net klaar met eten, hebben de afwas gedaan en de koffie staat op tafel op camping “Des Nations” in Auberive s. Varesse. Vanmorgen zijn we samen met Aki en Theo om 7.00 uur uit St. Mihiel vetrokken. ’t was erg koud in de Meuse. De laatste paar nachten -12°. Maar we hebben vandaag niets te klagen gehad. Prachtig droog winterweer met bijna de hele dag zon. Die zon zagen we vanmorgen in de buurt van Domremy om 8.45 uur bloedrood en helemaal rond achter de heuvels vandaan komen en vanavond tussen 17.00 en 17.30 uur in de buurt van Lyon weer net zo rood ondergaan. Achter het glas was hij vanmiddag zelfs heel even warm. Nico heeft onderweg ook al lammetjes gezien (alsof het voorjaar is). Alle sloten en plassen waren bevroren en de bomen en struiken wit van de rijp.

Vrijdag 6 februari 1998

’t Heeft flink gevroren vannacht. Om 5.30 uur vanmorgen was het 0° in de caravan, maar onder het dekbed hadden we het niet koud. De kachel aangestoken, zodat er een iets aangenamere temperatuur zou zijn bij het opstaan. De bomen en het gras op de camping waren prachtig wit. De kraan en de afvoer waren bevroren. Om 9.10 uur vertrokken we met een beetje mistig weer. De zon probeerde het wel.

Boven de Rhône hingen nevelslierten. Toen we om 11.00 uur koffie dronken was het helder, maar een blies een koude mistral. Iets later zagen we bij een restaurant tafeltjes en stoelen buiten staan; het is/was/wordt dus beter weer. Rond 13.00 uur zagen we cipressen, olijfbomen, oleanders en palmbomen en toen we aan de lunch toe waren was het heerlijk in de zon. Om 18.00 uur stond de zon net als gisteren (maar nu in Beziers) als een grote rode ronde schijf net boven de horizon. Een half uur later waren we op camping “les Roches Grises” even voorbij Narbonne.

Zaterdag 7 februari 1998

Vannacht heeft ’t weer een beetje gevroren, maar om half negen was onze grote rode schijf weer present boven het meer bij Narbonne. Vandaag zijn we van Narbonne (voor een groot deel over de autoroute) naar Fraga in Spanje gereden. Tot 17.00 uur hadden we heel mooi weer, daarna werd het mistig. De planten en bomen beginnen echt mediterraneen te worden: bloeiende brem en amandelbomen, een schitterende mimosaboom, maar ook besneeuwde bergtoppen. Weer wat verder een prachtig coulisselandschap met langs de weg veel parasoldennen. We hebben koffie buiten gedronken en ook buiten geluncht (in februari!) Het stuk van de N II vlak vóór Lleida leek wel Nederlands: heel vlak en veel groen. We staan nu op een camping in Fraga (nieuw), die we toevallig ontdekten. Er is hier kilometers in de omtrek geen camping te vinden die open is. We dronken, zoals elke avond, gezellig een aperitief met Aki en Theo, aten in onze eigen caravan en drinken nu (22.00 uur) koffie.

Zondag 8 februari 1998

Gevroren heeft het niet, maar we hebben de hele morgen in dikke mist gereden. Pas toen we bij Zaragoza de rivier de Ebro verlieten, kwam de zon tevoorschijn en zagen we waar we reden. Eerst links groene akkers en rechts steenachtig heuvelland. Even later de besneeuwde toppen van de Balcon el Buste (805 m). We gingen over twee passen (niet al te hoog). Na de lunch (in de caravan deze keer vanwege een frisse wind) reden we door een prachtig, maar leeg landschap van grote brede dalen. Veel grijsgroene kleuren met roodbruine aarde. De enige levende wezens waren grote schaapskuddes. Op de weg (N-122) was ook nauwelijks verkeer. Kwam dat omdat het zondag was en etenstijd? De Spaanse hoogvlakte is echt veel kouder dan waar we gisteren waren. Er bloeit hier nog helemaal niets; ’s zomers moet ’t hier bloedheet zijn. De dorpen en steden waar we doorheen kwamen zagen er ook armoedig uit, maar hoe dichter we bij Valladolid kwamen, hoe luxer de huizen werden.

Simancas

We probeerden de camping in Simancas, maar die bleek gesloten te zijn. Daarom staan we nu op een plek bij een prachtige oude boogbrug met schitterende lantaarns erop. We hadden ons nog maar net geïnstalleerd, toen er nog een camper vlak bij ons kwam staan. Zo hebben we dus ons eigen kampeerterrein gecreëerd.

Maandag 9 februari 1998

De zon was weer present vanmorgen, maar het had behoorlijk gevroren. Vóór we vertrokken zijn we Simancas ingelopen. Dat was een leuke verrassing. Een heel leuk oud stadje op een heuvel. Prachtig uitzicht op de brug, de rivier en onze kampeerplek. Op het dorpsplein was een groenteman zijn marktkraam aan het inrichten, daar kochten we dus ons avondeten.

Simancas

We dronken koffie en vertrokken daarna richting Salamanca. Het landschap was nu wel heel kaal en ongezellig. Er stond ook behoorlijk veel wind. Om 11.45 uur waren we op camping “Ruta de la Plata” in Villares de la Reine. De tafels en stoelen naar buiten en we konden lunchen. Daarna namen we de bus van 13.30 uur naar Salamanca. Het zat in eerste instantie niet mee: we stapten te vroeg uit de bus, de toeristeninformatie was gesloten, de nieuwe en de oude kathedraal waren dicht. Het plaza mayor was mooi en later op de middag ook gezellig met mensen op de terrassen en de winkels die open waren. We bezochten de gebouwen van de universiteit (gesticht in 1218). Dat was echt de moeite waard. In een soort tearoom dronken we koffie en chocola met een gebakje (traktatie van Aki en Theo omdat Henriëtte jarig was). We zochten een supermarkt op en liepen op die manier nog een stuk door gezellige, drukke winkelstraten. Met de bus van 19.00 uur reden we weer terug naar de camping.

Dinsdag 10 februari 1998

De rode zon was er vanmorgen weer en ’t had niet gevroren. Onderweg hadden we een paar druppels regen en daardoor een schitterende regenboog. We hebben vandaag de meseta achter ons gelaten. Er staan weer bomen, struiken en in de weilanden vee. We zagen heel aparte grijze koeien. We hebben ook weer ooievaars op nesten gezien. We dronken onze koffie een stukje voorbij de Portugese grens. Het landschap werd bergachtig en er bloeit hier weer van alles: b.v. hei en mimosa. Door een vergissing van Aki, reden we niet over de IP-3, maar over de N-1, die vervelend druk bleek te zijn. We staan nu op het parkeerterrein van een supermarkt in Benedita (± 100 km ten noorden van Lissabon). Die winkel zou om 21.00 uur sluiten, maar pas om 23.00 uur was het rustig op onze plek.

Woensdag 11 februari 1998

Na een beetje onrustige nacht (het licht op het parkeerterrein bleef de hele nacht aan) vertrokken we richting Lissabon. We vonden de stadscamping van Lissabon zonder problemen, maar hij bleek gesloten te zijn. We reden daarom over de Ponte 25 de Abril (2,5 km. lang) naar Costa da Caparica. Daar vonden we een camping die geheel uit een soort tentenkamp bestaat. Een vreselijk gezicht, maar om Lissabon te bezoeken kan het er mee door.

Lissabon

Na de lunch vertrokken we met de bus naar de Pr d’Espanha en vandaar met de metro richting Alfama. Dat was echt de moeite waard. Een wirwar van kleine, smalle straatjes, oude huizen, was die overal te drogen hing, een trammetje, waarvan je verwacht dat het de volgende heuvel absoluut niet opkomt. Uitzicht op de zee en mannen die staande op een soort terras een kaartje leggen. Heel schilderachtig. Verder piepkleine restaurantjes en cafeetjes, maar ook antiekwinkels.

Alfama, Lissabon

We dronken koffie en een glas port in een van die kleine cafeetjes en liepen door de wijk weer terug richting metrostation. De bus stond op de halte en tot onze verbazing bleken Aki en Theo er ook net te zijn ingestapt. We zijn er vandaag ook achter gekomen, waarom het pas om 23.00 uur rustig werd gisteren bij de winkel. Het is hier een uur vroeger! We hadden trouwens prima weer; ’t was in Lissabon 21° vandaag.

Donderdag 12 februari 1998

Het is 0.20 uur en we zijn net terug in onze caravan. We hebben bij Ton en Truus gegeten. We zijn vanmorgen uit Lissabon vetrokken en vanmiddag om 17.45 uur hier aangekomen, nadat we eerst boodschappen hadden gedaan in Olhão. Onderweg zagen we kurkeiken, koereigers en cactussen. Na de lunch repareerde Nico de afgebroken spiegel van Theo’s auto. De zon was heel even weg, maar kwam gelukkig weer te voorschijn. Tot nu toe schijnt ’t weer hier niet al te best te zijn geweest. Afwachten dus maar.

Vrijdag 13 februari 1998

De zon scheen niet toen we opstonden en er stond een frisse wind. We gingen ons wassen bij Truus en zaten toen gelijk aan de ontbijttafel. Met de koffie hebben we Annemarie even gebeld en hoorden dat Sophie haar pols gebroken heeft. Na de lunch werd het beter weer. Nico en Theo hebben extra remlichten op de auto’s gemaakt en ik ben met Truus naar Moncarapacho geweest. Daarna lekker buiten thee gedronken en gelezen.

Zaterdag 14 februari 1998

Nu was de zon er wel toen we opstonden. We dronken buiten koffie en Nico begon een gat te graven om de chemische toiletten in te legen. Om 11.30 uur besloten we om naar het VVV-kantoor in Olhão te gaan. Dat sloot natuurlijk op het moment dat we aankwamen, maar we werden toch geholpen. We slenterden wat door het centrum, deden een paar boodschappen en gingen weer terug naar de caravan om buiten te lunchen. Nico groef verder, Theo speelde piano, Aki tekende en ik las een boek. Om 19.00 uur gingen we naar Ton en Truus voor een aperitief en diner, omdat Ton jarig was. We maakten kennis met nog een stel Nederlanders en een stel Portugezen. ‘t Was heel gezellig en we hebben erg gelachen.

Zondag 15 februari 1998

Alweer mooi weer. We ontbeten buiten en dronken koffie buiten. We maakten plannen om te gaan wandelen na de lunch. Daarom reden we via Loulé naar Barreiros Brancos, maar het begin van de wandeling was heel moeilijk te vinden. Na veel gevraag (er was zelfs een aardige jongen, die voor ons uitreed) vonden we toch het beginpunt, maar waarschijnlijk niet het juiste pad. Echt erg was dat niet. We wandelden twee uur door een prachtige omgeving en zitten nu met roodverbrande hoofden aan de koffie (22.00 uur).

Maandag 16 februari 1998

Weer buiten ontbijt en koffie. Daarna wat gewassen en de luifel aan de caravan gezet. Met Aki naar het winkeltje in Laranjeiro gelopen en daarna buiten geluncht. Nico hielp Truus een geul te graven voor het watersproeien en ik heb een brief geschreven en een beetje getekend. ’t werd mistig. Aperitief bij Ton en Truus gedronken.

Dinsdag 17 februari 1998

Vandaag heeft de zon verstek laten gaan. ’t Regende zelfs vanaf een uur of elf. Nico heeft Ton even geholpen de tractor te starten met de startkabels. Na de lunch besloten we om toch maar naar Faro te rijden. Dat bleek een goed idee. De regen hield op, zodat we voor niets met onze parapluie rondliepen. Het historisch centrum van Faro ziet er leuk uit. We gluurden naar binnen bij een antiekwinkel. De eigenaar kwam er net aan en nodigde ons binnen. Prachtige tegeltableaus o.a. Daarna liepen we over het Largo de Sé en bezochten de kathedraal en meteen een kleine tentoonstelling van heel oude kazuifels. Rondom het Largo de Sé lage, witte gebouwen met bijzondere (niet allemaal even grote) puntdaken. Vóór de gebouwen bomen vol met mandarijnen. We slenterden verder door de smalle straatjes en de moderne winkelstraten. Nadat we op het postkantoor postzegels hadden gekocht, zakten we neer in een grand café voor koffie en thee met gebak. Daarna liepen we langs de haven (heel mooi, stil water) terug naar de auto. We deden in Olhão boodschappen bij Pinco Doce en waren weer pas tegen achten thuis.

Woensdag 18 februari 1998

We konden weer buiten ontbijten, maar tijdens de koffie kwam er een mist uit zee opzetten. Nico wisselde een wiel van de auto (de velg en waarschijnlijk ook de band) zijn zondag beschadigd toen we door een kuil reden. Theo speelde piano, Aki schilderde en ik probeerde een pastel te maken. Tegen 14.00 uur vertrokken we met Ton en Truus naar een heel gezellig restaurantje vóór Luz de Tavira. We zaten buiten met uitzicht op zee en hebben verrukkelijk gegeten. Vooraf gegrilde garnalen (Nico kaas) en als hoofdgerecht gegrilde vis en een vlees/schelpdierenschotel. Het nagerecht was een soort mousse. Daarna nog een bico (koffie). En dat alles inclusief 2 karaffen witte wijn, voor nog geen fl. 25,= per persoon. Op de terugweg reden we even door Fuseta, waar Ton ons de markthal aanwees. Tegen vijven waren we weer thuis en liepen we even naar café Picopau om kaarten te posten. Daarna dronken we met z’n vieren thee en een aperitief in de caravan.

Donderdag 19 februari 1998

We hebben een heerlijke dag gehad vandaag. Om 10.00 uur zijn we met de auto vertrokken richting Castro Marim. We bezochten eerst een piepklein museum in Guerreiros do Rio aan de Rio Guadiana. Vervolgens reden we langs de rivier en vonden een schitterende plek om te picknicken. Hoog boven de rivier, in het zonnetje met een schitterend uitzicht.

Rio Guadiana

Vervolgens reden we naar Alcoutim. Alweer zo’n echt Portugees stadje met witte huizen. We liepen er over de muren van het voormalige kasteel en zagen binnen de oude fundamenten. Bij het VVV vroegen we naar een stafkaart. Nee, die had ze niet, maar misschien wel op het gemeentehuis. En ja hoor. Er kwam een kaart te voorschijn en na wat verder vragen ook de er op volgende kaart. Nee, de kaart konden we niet kopen, maar wel een fotokopie. Die werd met heel veel zorg en precisie gemaakt en voor ons opgevouwen. Betalen? Jawel, maar had ik een identificatienummer? Nee, maar wel een paspoort en een franse carte de séjour. Nou, dat mocht ook wel. Alle gegevens in de computer en bij de kassier, beneden, twee keer de hoek om (buiten) kwam de rekening van 200 Esc. te voorschijn. Daarna gingen we richting Martin Logo Vagueiras voor een bezoek aan het Parque Mineiro. Oude kopergroeves (al van vóór Chr.) aangekleed met levensechte/grote poppen in een schitterende omgeving. Daarna over de N-124 en de N-2 via S. Bras de Alportel terug naar huis. Prachtige wegen, maar zo veel bochten dat Theo er wagenziek van werd. We deden nog even boodschappen in Laranjeiro en dronken met z’n zessen een aperitief in de caravan.

Vrijdag 20 februari 1998

’t Was een beetje bewolkt vandaag, maar we konden toch buiten ontbijten en koffie drinken. Vóór de lunch hebben Nico en Theo de kachel van de kampeerauto gerepareerd, terwijl Aki schilderde en ik een brief aan Arjen en Maaike schreef. Na de lunch reden we naar Tavira om bij de toeristeninformatie te vragen naar de vertrektijden van het bootje naar het strand. Die tijden hingen af van het aantal passagiers. We gingen daarom lopend naar de haven. We liepen langs zoutpannen en zagen veel steltlopers. De kapitein van het bootje maakte ons met opgestoken vingers duidelijk dat het om 9.30 uur voor het eerst vertrok en dat de laatste overvaart 17.30 uur was. We aten een ijsje op een terrasje aan het water en liepen weer 2 km terug naar Tavira. Daar deden we wat bodschappen. We dronken thee in de caravan en daarna brachten Nico en Theo, Truus en Ton naar het vliegveld in Faro.

Zaterdag 21 februari 1998

Vóór we opstonden had het een beetje gespetterd. Het was bewolkt en we ontbeten in de caravan. Na de koffie reden we met de auto naar Odeleite (richting Spaanse grens). We maakten wandeling nr. 19 uit de Guid to Walks en deze keer was het beginpunt en ook de schitterende wandeling makkelijk te vinden.

Odeleite

We staken eerst (over betonnen palen) de rivier over en klommen omhoog langs sinaasappel boomgaarden. Helemaal boven lunchten we aan de voet van een amandelboompje met uitzicht op een magnifiek berggebied. De amandelen hebben we er maar afgehaald. We liepen verder en kwamen af en toe iemand tegen (een oude vrouw, drie oude mannen) die ons boa tarde vriendelijk beantwoordden. Langs de rivier liep een schaapskudde met heel veel lammetjes. De herder groette vriendelijk en de hond wist niet goed of hij met ons wilde spelen of op de schapen passen.

Takkenbos op pootjes

Wat verderop zagen we een takenbos op pootjes. Het bleek een ezel te zijn, die door z’n baas werd volgepakt met brandhout. Terug in Odeleite klepte de kerkklok en tot onze verbazing werd die met de hand geluid, direct boven aan de klok. We dronken thee op een stoepje naast de kerk in gezelschap van twee leuke hondjes. Op de terugweg kochten Aki en ik langs de weg 5 kg mandarijnen voor 400 esc. ’t Koste wel wat moeite de man aan z’n verstand te brengen dat we niet de hele kist wilden, maar ’t lukte. Thuis sloeg Nico met een hamer de amandelen stuk voor bij het aperitief.

Zondag 22 februari 1998

Stralende zon vandaag, maar met een straf windje. Na de koffie bezochten we de vlooienmarkt in Olhão. Dat viel tegen, erg armoedig en weinig leuke dingen. We zijn daarna naar het restaurantje aan zee gereden, waar we heerlijk buiten hebben gegeten met uitzicht op zee. Na het eten lekker een stuk langs de kust gelopen. Veel bootjes op het droge, vissershutjes, mannen die pieren staken. Thuis hebben we daarna buiten in de zon lekker zitten lezen.

Maandag 23 februari 1998

Weer een strakblauwe lucht, maar ’s morgens een koude wind. We dronken onze koffie wel buiten, maar onder de luifel uit de wind. Na de lunch reden we naar Serra de Caldeirão. We liepen naar het Monasteiro de Mu over de asfaltweg met heel veel bochten omhoog. De vergezichten waren adembenemend, maar boven aangekomen bleek het boedistische klooster niet veel voor te stellen. We gingen achter een grote stapel hout wat uit de wind zitten en dronken wat met uitzicht op schitterende bergen en zelfs ± 30 km. verder, de zee. Daarna liepen we over een keiengrindpad weer naar beneden. We deden boodschappen in Moncarapacho en werden warm welkom geheten door de honden bij thuiskomst.

Dinsdag 24 februari 1998

De zon was weer present, maar de wind ook. We dronken dus weer koffie in de beschutting van de luifel. We probeerden wat te lezen, maar de honden kwamen bedelen om aandacht. Op voorstel van Aki reden we na de lunch naar Fuseta. Ze wist dat daar een pontje was om naar het strand te varen. Maar helaas, het pontje ging niet. We hadden geluk. Er kwam een oude man in een soort vissersbootje met een buitenboord motor. Die wilde ons en nog twee Portugese dames wel naar het eiland brengen. Dat aanbod namen we aan en we spraken af, dat hij ons om 16.30 uur weer terug zou varen.

Privé vervoer

We liepen met de wind in ons gezicht en de zon op onze rug een flink eind langs het strand. We zochten wat schelpjes en potscherven, dronken thee en moesten weer terug om op tijd bij ons bootje te zijn. Het retourtje koste ons 200 Esc. per persoon (fl. 2,40). We liepen nog een beetje door Fuseta, deden een paar boodschappen en reden naar Faro om voor Truus tegeltjes op te halen. De winkel was helaas gesloten (carnaval misschien?) De honden waren uitzinnig van blijdschap (of van de honger) toen ze ons weer zagen.

Woensdag 25 februari 1998

De zon en de wind waren vanmorgen allebei weer present. We konden wel buiten koffie drinken, de wind was minder koud. We reden naar Faro voor de tegels van Truus. Die waren er niet. We hebben wel randjes besteld voor onze badkamer beneden. Vervolgens zijn we naar de markt in Olhão gegaan om vis en vlees voor de barbecue te kopen. Op “onze camping” maakten we de barbecue van Ton aan en roosterden garnalen, sardines, een soort makreel en karbonades. We bleven nog wat natafelen in de zon. Daarna de afwas, Aki ging fietsen, Theo speelde piano, Nico repareerde de telefoon van Theo en ik las m’n boek. We liepen naar de brievenbus om ansichten te posten en kwamen bijna gelijk met Aki terug. We dronken thee in de caravan en aten pas om 20.30 uur.

Donderdag 26 februari 1998

’t weer wordt steeds mooier. Na de koffie zijn we samen in de auto gestapt voor een rit naar de uiterste zuidwest punt van Europa. We lunchten op de rotsen in de schitterende baai van Beliche. Heel hoge, bijna loodrechte rotswanden met kleine zandstrandjes. Vandaar reden we naar Cabo de São Vincente door een bijna leeg heuvelachtig landschap met lage struiken. We liepen wat rond bij de vuurtoren en keken naar beneden naar de Atlantische Oceaan (62 m. Dieper). We mochten de vuurtoren bezichtigen. Dat was echt de moeite waard. Langs heel smalle trappen omhoog tot waar de lampen staan opgesteld achter een enorme hoeveelheid spiegels en dat alles afgewerkt met glimmend gepoetst koper. De vuurtorenwachter liet het geheel ook nog ronddraaien. Terug op de begane grond kochten we mooie gehaakte kleedjes (van de dames die ter plekke zaten te haken) voor Oma en Simone Chartier. We reden een stukje terug naar Sagres waar we het Fortzaleza do Promontório bezochten. De “zeevaartschool” van Hendrik de Zeevaarder, waar een 43 m. grote windroos met stenen op de grond is uitgezet. We waaiden er heerlijk uit. Na een kop thee, aanvaarden we de terugtocht. We deden boodschappen in Lagos en waren tegen 20.30 uur weer terug in de caravan, waar we Arjen even opbelden om het verhaal van Pluto van hemzelf te horen.

Vrijdag 27 februari 1998

De zon was er wel, maar een beetje verscholen achter sluier bewolking. We ontbeten buiten, dronken koffie buiten. Nico haalde de fietsen van de caravan en ik las m’n boek. We lunchten buiten en vertrokken om ± 14.00 uur voor een fietstocht.

Estoi

Eerst reden we via Moncarapacho naar Estoi over een prachtig geasfalteerde weg door een mooi landschap. Jammer alleen dat er veel vuil langs de weg lag. In Estoi bekeken we het paleis van Carvalhal, d.w.z. de tuinen. Het paleis zelf is jammer genoeg verwaarloosd,maar toch de moeite van het bekijken waard. In de muziekkapel stonden prachtige ijzeren muziekstandaards met plaats om kaarsen in te zetten. Vervolgens fietsten we naar Milreu om de Romeinse opgravingen te bekijken. Wel aardig, maar we hebben in Tunesië en Marokko veel mooiere Romeinse resten gezien. Vanuit Milreu terug naar Estoi en toen omhoog richting Murta en Peral. Wat een vreselijke helling (voor mij dan, Aki meldde dat ze daar nog niet eens in de kleinste versnelling had gefietst). Vervolgens ging het weer bergafwaarts en soms weer wat omhoog en omlaag naar Pereiro, Moncarapacho, richting Fuseta, naar Belo Romao. We waren om 18.30 uur weer terug en konden een ongeruste Aki en Theo geruststellen.

Zaterdag 28 februari 1998

Heel mooi weer vandaag. De wind was er niet. We ontbeten buiten en na de koffie vertrokken we met z’n vieren naar Tavira. We kochten broodjes in een mini-mercado, waar mevrouw Frans en Engels sprak (ze had een jaar in de Jura en 20 jaar in Australië gewoond). We parkeerden de auto aan de haven en staken met het bootje over naar Ilha de Tavira. Een heel mooi eiland. Vlak bij de steiger stond de witte brem volop in de bloei. We wandelden ongeveer vijf kwartier langs het strand voordat we met onze rug tegen een verweerde boomstam onze broodjes opaten. Daarna nog lekker even gezeten, schelpen gezocht, gelegen en weer verder gelopen naar Barril. In de gebouwen, die vroeger gebruikt werden voor de visserij op tonijn, zijn nu restaurantjes e.d. gevestigd. We kochten een ijsje, dat we op het terras opaten. Op het strand en in de duinen bij Barril stonden honderden ankers in het zand; een mooi gezicht. We begonnen welgemoed aan de terugtocht. Aki en ik hadden kousen en schoenen al gauw uit en liepen heerlijk door het water. Met het bootje van 17.00 uur staken we weer over naar Tavira. We reden naar Olhão om boodschappen te doen en werden thuis zowat ondersteboven gelopen door Drika en Kira die zowat omvielen van de honger (of waren ze echt blij ons te zien?) We dronken een aperitief in de caravan en zaten (zoals bijna elke avond) pas om 21.00 uur aan tafel.

Zondag 1 maart 1998

Vandaag was het werkelijk heel mooi weer. Zon en geen wind. We hielden een rustdag en hebben de hele dag op onze “camping” doorgebracht. We beginnen aardig bij te kleuren.

Maandag 2 maart 1998

Alweer van dat mooie, rustige, zonnige weer vandaag. Na de koffie reden we naar Sta Luzia/Pedras del Rey. We staken het bailey-bruggetje over en liepen langs het spoorlijntje naar het strand van Barril.

Ponton brug

We dronken een kop koffie en aten er een koek bij, daarna gingen de schoenen uit en liepen we bij laag water een flink eind langs het strand. We zochten een plekje om te eten en vonden een laag duintje, waar we lekker tegenaan konden zitten. Theo bleef daar na het eten liggen (hij voelde zich niet zo lekker) en Aki, Nico en ik liepen door het water naar het eind van het eiland. Op de terugweg werd het langzaamaan hoog water, waardoor het eerst heel brede strand, steeds smaller werd. Terug bij Theo heb ik nog even gezwommen (nou nee, een beetje in de golven gespetterd). Dat was heel lekker. We dronken nog een kop thee en liepen weer langs het spoorbaantje door het natuurpark Ria Formosa terug naar de auto. De onvermijdelijke boodschappen werden deze keer in Luz de Tavira gedaan.

Dinsdag 3 maart 1998

Vandaag is Arjen jarig, dus was het eerste wat we deden, hem opbellen om hem te feliciteren. Na het ontbijt reden we naar Olhão om naar de markt te gaan. Wat een enorme verscheidenheid aan vis. We slenterden wat langs de winkels en dronken koffie en sinaasappelsap met een gebakje (voor Arjen’s verjaardag). We liepen nog even langs de haven en gingen lunchen op de “camping”. We zaten/lagen nog even in de zon, maar de wind was vandaag een beetje fris. Vervolgens reden we naar de winkels waar ceramiek verkocht wordt om cadeautjes voor Arjen en Annemarie te kopen. Theo ging mee, Aki ging schilderen. We dronken thee, legden vlees en vis op de barbecue en aten voor het eerst deze vakantie vroeg (18.45 uur).

Woensdag 4 maart 1998

Toen we opstonden was de zon wat verscholen, maar met koffie drinken was hij er weer volop. We reden eerst naar Faro om de tegelstrips te halen, die we besteld hadden. We lunchten vroeg, want we wilden wandelen. Daarvoor reden we naar Sta. Catarina do Bispo. We parkeerden de auto en liepen een prachtige, zelf uitgezochte route met prachtige vergezichten tot aan Porto Carvalhoso en vandaar weer richting auto. Vóór we daar waren zag Nico een heel aantrekkelijk pad, dat we volgden. Het hield echter bovenaan de heuvel op. Dat werd dus een “wilde” afdaling. We deden boodschappen in Moncarapacho en waren even voor zes uur weer thuis. De honden waren ons te vlug af, maar Nico zag kans ze weer vlug te vangen.

Donderdag 5 maart 1998

De zon was vandaag zo heet, dat we in de schaduw koffie dronken. We waren van plan om daarna naar het strand te gaan en brood mee te nemen. Omdat het zo heet was, veranderden we dat plan. We lunchten in de schaduw van een boom hier op het terrein en zouden om 13.30 uur vertrekken. De werkmensen lieten Kira echter ontsnappen. Nico probeerde haar weer binnen te krijgen, maar ze had geen zin. Even later lukte het mij met veel geluk, wel. Daardoor vertrokken we wat later. We namen het stoomtreintje naar het strand van Barril. Daar liepen we een eindje over het strand tot we in de schaduw van een duintje konden zitten. Aki en Theo liepen nog een eind verder. Wij waren net begonnen om het water in te gaan, toen zij weer terug kamen lopen. De golven waren enorm sterk, ik viel dan ook een aantal keren helemaal om en werd dan door de teruggaande golf de ene kant opgesleept en door de volgende weer richting strand. Dat schuurde goed aan m’n billen, benen en handen. In het iets diepere water kon ik heerlijk zwemmen en met de golven meedrijven. We zagen nog een paar scholen kleine grijsgroene vissen vlak bij ons. Toen we ons hadden afgedroogd, zijn Aki, Nico en ik nog een eindje gaan rennen. Daarna dronken we nog wat en aanvaardden de terugtocht over het strand en met het treintje. De honderden krabbetjes, die we op de heenweg hadden gezien, waren allemaal weer in hun modderholletjes gekropen. We reden naar Sta. Luzia om boodschappen te doen. Dat bleek een erg leuk plaatsje te zijn met veel gekleurde bootjes in het water en palmbomen langs de kade.

Vrijdag 6 maart 1998

Heel mooi, erg warm weer. Koffie in de schaduw van onze boom. We lazen wat over Cordoba en lunchten ook onder onze boom. Daarna gingen Aki en Theo fietsen en wij maakten een wandeling van Belo Romão binnendoor via Quarim, waar we iets dronken in een cafeetje en weer verder richting Bela Romão. We dronken een pilsje onder onze boom en aten vroeg, omdat we Truus weer van het vliegveld moesten halen. We dronken daarna koffie en een borrel bij Truus en gingen pas om 0.45 uur naar bed.

Zaterdag 7 maart 1998

Alweer van dat heel warme weer. We stapten om 10.00 uur in de auto om naar de markt in Loulé te gaan. Die was kleiner dan we dachten. We dronken koffie in een erg leuk soort grand-café. We liepen nog wat rond, keken wat etalages en stonden vol bewondering voor een levend standbeeld, helemaal in het wit. We troffen Aki en Theo in een cafeetje en reden terug naar Belo Romão. Lunch onder de boom met overheerlijke aardbeien. We bekeken de route voor morgen en haalden de luifel er af. Daarna namen we Truus mee om te eten in Moncarapacho. Dat was heel gezellig.

Zondag 8 maart 1998

Om even over half negen vertrokken we van ons kampeerterrein in Belo Romão. Het was alweer van dat schitterende weer. De weg tussen Sevilla en Cordoba is wel goed, maar een beetje saai. Er werd veel gewerkt op het land, nog veel met paard en ezel. Tot Cordoba ging alles goed, daarna konden we de camping niet vinden en reden we erg veel kilometers heen en weer. Na een aantal keren vragen, kwamen we er steeds dichter bij. Ik vroeg het nog eens aan een taxichauffeur, die het me heel vriendelijk uitlegde. Meteen stopte er een auto, waar een dame uitstapte, die vroeg of ze ons kon helpen. Toen ik zei, dat de taxichauffeur het me al had uitgelegd, zei ze “nee, nee, volg ons maar”. Op hetzelfde moment wenkte ook de taxichauffeur dat we hem moesten volgen. Toen hadden we dus twee gidsen en de camping werd toen gauw gevonden. Inmiddels was het 19.00 uur. We dronken buiten een borrel en liepen daarna naar een leuk restaurant, waar we heerlijk aten.

Maandag 9 maart 1998

Alweer prachtig weer. Buiten ontbeten onder ons rieten afdak. Met de bus van 12.10 uur naar het centrum. We bleken te lang zijn blijven zitten. De buschauffeur nam ons gewoon weer mee terug en legde ons uitgebreid uit waar we heen moesten lopen. De fooi, die ik hem gaf, wilde hij niet hebben. Maar omdat we vlug uitstapten kon hij hem niet teruggeven.

Cordoba

We liepen eerst door de Judeira. Een enorme hoeveelheid heel leuke, smalle straatjes en pleintjes. Huizen, waar overal de voordeuren open stonden met daarachter schitterende patio’s. We aten op een pleintje heel gezellig onder een parasol. Daarna liepen we naar de Mezquita. De oude moskee, waar men helaas een kathedraal in heeft gebouwd. Daarna zaten we nog even op de Patio de Naranjas en vervolgens slenterden we weer door allerlei stegen. We liepen over de oude Romeinse brug naar de overkant van de Guadalqievir langs een beeld van St. Raphael, waar kaarsen brandden en waar we zelfs een meisje een kruisteken zagen maken, toen ze er langs liep. We belandden in een prachtig grand-café met ook alweer zo’n leuke binnenplaats. Toen onze dorst gelest was slenterden we verder en kwamen bij een soort boekenstallen terecht. We liepen uiteindelijk om 20.00 uur terug naar de bus en besloten om pizza te gaan eten vlak bij de camping. Het restaurant ging pas om 20.30 uur open; eerst een glas rioja dus met wat olijven. We waren nog geen 10 minuten thuis toen Aki en Theo arriveerden. We wisselden onze ervaringen van de dag uit onder genot van thee en koffie.

Dinsdag 10 maart 1998

De zon scheen weer volop vanmorgen, maar er stond een frisse wind. We namen weer de bus naar het centrum. Als eerste bezochten we het Alcazar de los Reyes Christianos. Dat viel behoorlijk tegen, alleen de tuin was mooi. We wandelden weer door allerlei straatjes en steegjes en aten op een Arabische binnenplaats. We zochten de C.las Flores op, een heel leuk steegje met veel bloemen langs de muren. We gingen binnen bij een leerbewerkingswinkel. Prachtige dingen waren er te zien, maar erg duur. Vervolgens kwamen we terecht in de Sinagoge. Niet groot, maar wel mooi en rustig. Daarna gingen we binnen in een huis uit de 12e eeuw. Heel sfeervol, met mooie binnenplaatsjes en heel rustige muziek. We liepen langs de Moorse baden, ploften neer op een terras voor koffie en bezochten daarna op de Plaza del Potro het museum Julio Romero de Torres. Wel heel mooie portretten, maar een heel klein museum. Daarna liepen we langs de resten van een Romeinse tempel en gingen binnen in de kerk van San Pablo, waar we verschillende mensen nog zagen biechten. Over de Plaza de los Dolores, waar een kruis stond, dat omringd was met lantaarns liepen we weer naar de bushalte. We deden boodschappen in een enorme winkel (Pryca) en aten in de caravan heerlijk brood met aardbeien.

Woensdag 11 maart 1998

Wel mooi weer, maar vroeg in de ochtend fris. Naar de stad gelopen, maar we hadden pech; het Palaza de Viana was op woensdag gesloten. We liepen naar El Cortes Inglés en kochten er een houder voor de tandenborstels. We dronken koffie en gingen op zoek naar het postkantoor voor postzegels. We aten buiten op een groot plein bij een fontein en liepen terug naar de Pryca voor wat boodschappen. Om 15.00 uur waren we weer in de caravan en konden we uitrusten van drie dagen lopen, lopen en nog eens lopen.

Donderdag 12 maart 1998

Vannacht heeft het heel hard gewaaid, ’t was vanmorgen een beetje fris, maar de zon was present. Om even over half elf vertrokken we van camping “El Brillante”, nadat we eerst proviand hadden ingeslagen, naar camping ‘Los Villares”. Om 11.45 uur zetten we daar onze caravan en camper neer in een prachtig natuurgebied. We dronken koffie en hadden het warm in de zon. Na de lunch kwam er flink wat bewolking opzetten. Om 15.45 uur liepen we eerst het natuurpad, dat om de camping heenloopt en daaraan volgend een stuk van een bergpad, waardoor we een prachtig uitzicht over Cordoba en omgeving hadden.

Vrijdag 13 maart 1998

Vanmorgen was het maar 10° in de caravan. We staan hier ook op ± 600 m. Hoogte. Om 11.45 vertrokken we met onze lunch in de rugzak voor een wandeling in de Sierra Morena. Het was heel erg mooi en ook de temperatuur steeg weer. We lunchten bij een klein stuwmeertje en daarna klommen we tegen de flank van de berg omhoog. We hadden schitterende uitzichten en zagen ook heel veel bloemen. Om 17.30 uur waren we terug op de camping en konden we nog buiten thee drinken. Daarna trokken we nettere kleren aan en reden naar Cordoba voor een concert in “El palacio de Viana”. Gershwin stond op het programma. Prachtig was het. Na afloop reden we naar “ons” restaurant, waar we heerlijk hebben gegeten. We waren pas om 0.45 uur terug. Het was een fantastische dag en een mooie afsluiting van onze gezamenlijke reis. Morgen gaan Aki en Theo naar het zuiden en wij langzaam weer terug naar het noorden.

Zaterdag 14 maart 1998

De zon scheen en de wind was weg. Prima weer dus. Om even voor elf uur namen we afscheid van Aki en Theo en reden we richting Madrid over de N-IV. In het begin reden we door een heuvelachtig landschap, waar veel boomgaarden waren. We lunchten op een parkeerplaats in het Parque Natural de Despeñaperros. Heel mooi uitzicht op de omringende bergen. Bij Val de Peñas zagen we voor het eerst de molens waar Don Quichot tegen vocht. Dat is heel verklaarbaar. Zomers moet het daar in het vlakke land een hel zijn onder de brandende zon. Een km. of vijftig vóór Madrid werd het landschap weer wat lieflijker. Even voor zes uur stonden we op camping “Alpha”, twaalf km. voor Madrid.

Zondag 15 maart 1998

Hoewel de zon volop scheen, was het fris vanmorgen en deden we de kachel zelfs even aan. Vlak voor Madrid passeerden we een wijk met hutjes met ramen van aluminiumfolie. Even verderop werd een groot bedrijvencentrum gebouwd. We vonden allebei, dat ze beter eerst eens wat huizen hadden kunnen bouwen. Op de toppen van bergen ten noorden van Madrid lag nog sneeuw. We dronken koffie op een onwaarschijnlijk mooie plek bij Cerezo de Abaja, lekker buiten in de zon met uitzicht op de bergen, terwijl we alleen de vogels hoorden fluiten. Weer onderweg zagen we veel roofvogels. We reden door een heuvelachtig landschap, dat bijna nergens bewerkt werd, met weinig bomen. Tussen Aranda de Duero en Burgos was het landschap minder indrukwekkend en hadden we veel wind. Om 12.15 uur dachten we bergen vóór ons te zien, maar dat bleken wolken te zijn. Even na half drie reden we Baskenland binnen en werden alle verkeersborden dus tweetalig. Wat een schitterend deel van Spanje. En al die verhalen, dat ze er niet van Fransen zouden houden, lijken werkelijk uit de lucht gegrepen. Wij hebben er absoluut niets van gemerkt. Om tien over half zes hielden we het voor gezien en parkeerden we op camping “Larouleta” in Urrugne vlak bij St. Jean de Luz, waar we bijzonder vriendelijk werden ontvangen.

Maandag 16 maart 1998

Vanmorgen had de zon het moeilijk, het was wat mistig en vaag tot een uur of elf. Met de lunch hadden we een prachtige parkeerplaats in een dennenbos in Les Landes, maar de wind was te fris om buiten te eten. Nadat we Bordeaux gepasseerd waren, zagen we i.p.v. dennenbossen weer wijngaarden. De thee dronken we op een parkeerplaats bij het Fôret de Braconne.

Pauze

Om zes uur vonden we het genoeg en zochten de camping van Bellac. Hij bleek gesloten, maar we konden er wel op. Dat deden we dus en er bleek nog een camper en een caravan de staan. Het toiletgebouw wordt gerenoveerd, dat kunnen we dus niet gebruiken, maar we hebben onze eigen voorzieningen. Geen probleem dus. Even dachten we dat we niet konden koken. De gasaansluiting in de disselkast is kapot. Maar we hadden gelukkig de campinggastoestelletjes bij ons. Dus dat was ook geen probleem. Alleen de kachel kunnen we niet gebruiken. Naar bed dus als het te koud wordt.

Dinsdag 17 maart 1998

Konden we gisteren met moeite een camping vinden, vonden we vanmorgen binnen 20 km. vier campings. We beginnen te merken dat het hier nog winter is. Vlak voor Neuvy-Pailloux wilden we koffie drinken buiten op een bank op de Aire de Repos, maar dat hielden we gauw voor gezien, de wind was veel te koud. Als de zon weg was moest zelfs de kachel in de auto aan. Tussen de middag aten we in een “huiskamerrestaurant” vlak vóór de brug van La Charité sur Loire. We reden daarna verder door midden Frankrijk (vooral groen en golvend). De bomen waren nog kaal, maar we zagen een overvloed aan bloeiende forsythia en prunus. In de buurt van Troyes veranderde de bouwstijl totaal. Heel veel vakwerk huizen. Om 19.10 uur parkeerden we de caravan weer in Deuxnouds en gingen we om een geslaagde vakantie af te sluiten, eten in Rouvrois sur Meuse. ’t Was fijn om na 6650 km. weer thuis te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *